dinsdag 24 maart 2015

Het leven in de vrouwenopvang in Karachi


28 februari 2015

 
Josette Dijkhuizen

Ondernemersadviseur | wetenschapper | auteur | spreker

Initiatiefnemer Krachtbedrijf


 

 
In tegenstelling tot de Dar-ul-Aman die ik bezocht in Lahore vorig jaar is Panah Shelter Home een private instelling en dat was overduidelijk te zien. In tegenstelling tot de Dar-ul-Aman kwamen hier de spiralen niet door de banken en stoelen, waren de slaapzalen keurig op orde en waren er zelfs een paar computers geïnstalleerd voor de inwoonsters. Door een groot aantal sponsoren en donateurs te betrekken bij het opvanghuis is het mogelijk om al deze zaken te bekostigen.


In 2014 vingen ze in totaal 309 vrouwen op die door huiselijk geweld (ruim 60%), uitoefening van het recht om zelf een partner uit te zoeken (22%), onveiligheid (12%) of verkrachting (3%) zijn gevlucht. Op het moment dat ik daar was, zaten er 32 vrouwen en 6 kinderen in de opvang. Er is geen andere vrouwenopvang in Karachi, de grootste stad van Pakistan. Met een bevolking van naar schatting 22 miljoen zou je in eerste instantie kunnen denken dat het probleem van geweld tegen vrouwen zeer gering is. Zeker in vergelijking met Nederland met 2.400 plekken voor vrouwenopvang op een populatie kleiner dan de stad Karachi…! Zoals ik in mijn eerdere column 'if he does not beat you, he does not love you' al aangaf, gaat het bij geweld tegen vrouwen om een zeer complex probleem. De sociaal maatschappelijke context geeft aan dat je bij je man behoort te blijven, het huwelijk is niet voor niets gearrangeerd. Bovendien is naar schatting 70 procent van de Pakistaanse vrouwen analfabeet, dus ze hebben geen enkele kennis over hun rechten. Het aantal vrouwen dat in een geweldsituatie zit en daar niet uit (kan) komen, is dus een veelheid van de geregistreerde 309 vrouwen.

 
Vrouwen die in Panah Shelter Home worden opgevangen, verblijven gemiddeld 3 tot 4 maanden. De eerste periode is bedoeld om tot rust te komen. Daarna worden de inwoonsters gestimuleerd om taallessen Urdu te volgen, computertraining te doen of handwerklessen te ontvangen. Aangezien de vrouwen maar kortdurend in het opvanghuis verblijven, proberen de medewerkers zo snel mogelijk in te spelen op de talenten van de vrouwen.
 

Ze slapen op slaapzalen en koken hun eigen eten. Voor voedsel wordt gezorgd, maar ook voor medische zorg en juridische bijstand. Met de huidige wetgeving is het mogelijk om via de rechter de voogdij te krijgen over de kinderen. Dit is gelukkig niet alleen een mooie wetgeving op papier, maar het wordt ook nageleefd door de rechters in Karachi in redelijk kortlopende (3 tot 4 maanden) rechtszaken. Na de periode in de opvang gaan de vrouwen met hun kinderen naar een nieuw onderkomen. Een ondernemersprogramma als Krachtbedrijf (begeleiding van vrouwen uit de opvang naar ondernemerschap) zou passen bij hun activiteiten, of in de vorm van zelfstandig, individueel, ondernemerschap of via de vorming van coöperaties. Daarvoor gaan we met elkaar de volgende stappen zetten...
 


 

donderdag 12 maart 2015

Dutch Side-Event in New York

March 10 in New York.

At 1.15 PM all Dutch NGO’s present, joined the lunch for Dutch NGO’s with Minister Jet Bussemaker and two of the ministers from Aruba and St Maarten.
It was a lively lunch with a lot of questions. Jet Bussemaker especially mentioned the success of LGTB side event of the day before.

I used the opportunity to offer the three ministers a Red Heart, as a symbol against VAW. The red hearts are made by women survivors in Tunisia especially for the 3rd World Conference and half of the price of a red heart goes to the 3rd World Conference. From all over the world we want women to send us their picture wearing the red heart: to form a chain against Violence Against Women.
(Red Hearts can be bought via the website: www.wordlshelterconference.org  under the button: sponsoring).

The 3rd World Conference of Women’s shelters will take place in the Hague in November 2015.  The moment is well chosen:  In September the UN general Assembly will decide on the Post 15 goals. So at the conference there will be the opportunity to review the goals concerning VAW and also make a start with the implementation.  The Netherlands will have the chair of the EU in the first half of 2016, and therefore has the opportunity to put the relevant conclusions of the conference on the agenda of the EU. 

President of GNWS Bandana Randa (left) and 4 ministers of the Kingdom of the Netherlands (photographer: Richard Koek)

Later that afternoon the Global Network of Women’s Shelter hosted a side event together with the Permanent Residence of the Kingdom of the Netherlands.  All three minsters joined us at the side event, and also the minister of Curacao.  As did a lot or participants from all over the world.
The event was chaired by Bandana Rana from Nepal, chair of GNWS and executive director of Saathi: an organisation for women’s shelters and youth care. She expressed the importance of the voices of shelters:  they do the daily work with women and children that flee from violence.  The Global Network of Women’s Shelters exists since 2008 and succeeded in building its networks of shelters in different continents.

To unite shelters and give the women they serve a global voice is an important aim of the conference.
Minister Jet Bussemaker said she was proud that the Netherlands will host such an important Conference. During her period as a secretary of state she was responsible for the women’s shelters and in that period she learned a lot about their work through regular working visits.  She said it is important to support grassroot organizations and NGO’s and that the Dutch government fully supports the conference and will help to make it a success. 

The first conference of women shelters was organised in Canada and Pat Vargas – executive director of Safe Place, a women’s shelter in Alberta - took us back to 2008. The conference was started with a breakfast with the guys: for them a very expensive breakfast - a donation to the conference -. But it also gave them the floor to talk about their community work to help prevent violence against women and the importance of taken a stand as guys.
Kaofeng Lee – deputy director of the safety net project at the US National Network to End Domestic Violence – was projectleader of the 2nd World Conference of Women’s Shelters and said she was proud to talk about this big event. She showed a video with several highlights of the 2nd World Conference and said she was thrilled that the 3rd Conference will take place very soon in the Hague.
Aleid van den Brink then got the floor to tell about objectives and main themes of the conference. Most important is – as it was at the first and second World Conference – the exchange or expertise between shelterworkers from all over the world.

Riekje Kok gave practical information: about participation. She said the call for proposals in February already had led to 100 proposals and she invited the audience to send in their proposals as soon as possible. And she gave a few possibilities to financially support the conference by donations and by buying a red heart.

The event ended with a round of questions and remarks of the audience. Important was a plea to recognize (domestic) violence against disabled women. A representative of the African Network of Women’s Shelters was present in the audience and able to answer some questions about the network of shelters in the African continent.






dinsdag 10 maart 2015

Start 59e editie van de Commission of the Status of Women

Vandaag start in New York de 59e editie van de Commission of the Status of Women met een algemene verklaring die afgelopen weken is onderhandeld. Dit proces is net als voorgaande jaren goed te volgen via de blogs van Atria en Wo=men. De NGO's hebben hiervoor niet of nauwelijks ( alleen indirect) input kunnen geven. Het document valt tegen, een blok van conservatieve landen is debet hieraan. Daarom actie bij de lancering van het document.



Een omvangrijke groep vertegenwoordigers van veel ( internationaal werkende ) organisaties uit Nederland is in New York aanwezig. De omvang van events voor alle thema's is ongekend groot.

Wij gebruiken dit jaar de gelegenheid van deze grootschalige bijeenkomst vooral voor afspraken die betrekking hebben op de komende wereldconferentie in november. Gisteren, 8 maart, internationale vrouwendag, kwam het tijdelijk bestuur van GNWS ( Global Network of Women's Shelters) bijeen voor een vergadering over de verdere ontwikkeling van het netwerk, de formele vestiging van het netwerk in Den Haag, en de bespreking van met name programma van de wereldconferentie.  


Mooi om mee te maken: ieder jaar zijn er in de ontwikkeling van ' regionale' (eigenlijk continentale) netwerken weer mooie stappen gezet en raakt het Global Netwerk beter verankerd.
In Den Haag in november zal het tijdelijk bestuur plaats gaan maken voor een bestuur met goede vertegenwoordiging uit alle continenten, het voorwerk daarvoor vindt de komende maanden plaats.


Deze week volgen twee events over de wereldconferentie, waarvan de eerste, morgenmiddag, georganiseerd is door de Nederlandse regering. Via aanmeldingen is de zaal al volgeboekt, een positief signaal! Ook via een grote hoeveelheid folders doen we ons best de belangstelling voor de conferentie te vergroten.

Op de to do lijst verder: afspraken met onze Amerikaanse collega's die de vorige conferentie organiseerden, met GNWS' ers uit verschillende continenten, met mogelijke sponsoren. Ogen en oren staan intussen open voor interessante bijdragen voor het conferentieprogramma...

Later deze week meer.
Groet van Riekje Kok en Aleid van den Brink



   

maandag 20 oktober 2014

Verslag vanuit Pakistan, deel 5


Deel 5 van het verslag van Riekje Kok die in Pakistan heeft deelgenomen aan een conferentie voor politie vrouwen over gender based violence. Inmiddels is Riekje weer veilig terug in Nederland.
Pakistan heeft volgens Wikipedia een inwoner aantal van 193.238.868 (2013) en staat daarmee wereldwijd op de zesde plaats. De provincies hebben voor de politie een eigen verantwoordelijkheid, net als we in Nederland tot voor kort ook relatief autonome politieregio’s kenden.
De (patriarchale) cultuur in de grote steden verschilt nogal van die van het platteland.
Pakistan worstelt met een opkomende fundamentele islamitische beweging (o.a. Pakistaanse Taliban) waardoor de roep op het toepassen van islamitische wetgeving toeneemt en in de praktijk ook wordt toegepast.
Gegevens over positie van vrouwen:
> Pakistan staat 135e op de Gender Inequality Gap Index, van 2013. Er zijn 136 landen onderzocht, die samen 93% van de wereldpopulatie omvatten. Alleen Jemen staat lager dan Pakistan. Pakistan scoort met name laag op werk&inkomen, scholing en health&survival.  Verrassend is de score op politieke invloed en deelname aan besluitvorming: daarmee komt Pakistan op 64e plaats.
Dit kan verklaard worden doordat Pakistan een liberale, goed opgeleide bovenlaag heeft, die deelneemt aan politiek en besluitvorming, waarbij deelname van vrouwen vanzelfsprekender is.


Uit een rapport van Human Rights Commission of Pakistan van 2013:
> Eergerelateerd geweld: 869 vrouwen vermoord
> Tenminste 56 vrouwen werden vermoord alleen omdat ze een meisje kregen
> 3 van de 10 kinderen uit de lagere schoolleeftijd gaat niet naar school


Uit een presentatie
> Ruim 40% van de meisjes trouwt voor hun 18e jaar.
> Pakistan is het 3e gevaarlijkste land voor vrouwen, na Congo en Afghanistan (Reuters Survey)

In deze setting doen ruim 4000 politievrouwen hun dagelijks werk.
Zelfs op deze conferentie merk je hoe zeer er nog sprake is van een scheiding tussen mannen en vrouwen. Illustratief is dat bij lunch en teabreak de mannen gebruik maken van de voorzieningen aan de linkerkant en de vrouwen van die aan de rechterkant.  Er wordt nauwelijks gemixt.

De politieorganisatie staat – zeker aan de basis – niet bekend om haar gender-sensitieve aanpak . Dus is het heel belangrijk dat deze vrouwen nationaal  optimaal gesteund worden (belangrijk doel van het project van waaruit deze conferentie wordt georganiseerd). Ze zijn immers ook belangrijke rolmodellen voor het werven van meer vrouwen en meisjes voor politieopleidingen.
Dus wordt er niet alleen aandacht besteed aan de inhoud, maar ook  aan het  “vieren”: er worden talloze awards uitgereikt en men gaat als  provinciale eenheid officieel met elkaar op de foto.
Ook het aanbieden van uitjes is daar onderdeel van;  Zie vorige deel: het shoppen en de volgende avond: museum en een feest met eten en muziek. Het is een feest van kleuren, want nu mogen de uniformen uit en kleden alle vrouwen zich in prachtige – traditionele – gewaden. Ook zijn er vertegenwoordigers van de overheid aanwezig en andere belangrijke relaties.




De sessie waarin ik een presentatie verzorg heet:  “Role of women: from words to action” en  wordt voorgezeten door Khawar Muntaz, voorzitter van de National Commission of the Status of Women in Pakistan. Een indrukwekkende vrouw met een grote staat van dienst in Pakistan. Zeker iemand om in de gaten te houden voor de wereldconferentie: ze zit goed voor en geeft een prachtige samenvatting aan het eind van de sessie.
Het lastige van deze conferentie is, dat je als spreker in een sessie wordt geplaatst zonder dat je weet wat de andere sprekers gaan vertellen en er is geen gelegenheid om met elkaar te overleggen. Bij deze sessie past het toevallig wonderwel.  Frazani Bari – voorvechtster voor mensenrechten en Hoofd van Gender Studies aan de Quaid-e-Azam  universiteit in Islamabad – houdt een mooie inleiding over gender(un)equality en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Ruth Jones (UK) is op de universiteit van Worchester de directeur van het National Centre voor the Study and Prevention of Violence and Abuse. Ze is zelf slachtoffer van huiselijk geweld geweest en meerder malen met de dood bedreigd en is daar dankzij de hulp van omgeving en professionals uitgekomen en geworden wat ze nu is.  Daardoor krijgt haar inleiding over aard, omvang en aanpak van VAW in Engeland een extra dimensie.
Mijn verhaal gaat over de samenwerking tussen verschillende organisaties bij de aanpak van VAW/huiselijk geweld en hoe je bij die samenwerking fases in kaart kan brengen. De voorbeelden haal ik vooral uit de samenwerking met de politie. Tastbare gadges uit het landelijk project van de Nederlandse politie – handboeien en balletjes – spreken tot de verbeelding.


Het woord one-stop – shop komt regelmatig terug in deze conferentie. Ik krijg de indruk dat er door de verschillende deelnemers steeds iets anders onder wordt verstaan. Ik ga naar een sessie waarin Dr. Abu Hassan uit Maleisië  vertelt over zijn one-stop-center. De oorsprong ligt in 1993 toen hij constateerde dat vrouwelijke slachtoffers van (seksueel) geweld in zijn ziekenhuis uren op een brancard lagen te wachten totdat er doktoren beschikbaar waren om het noodzakelijke onderzoek te verrichten. Zijn ambitie is om de behoeften van de cliënt centraal te stellen en de dienstverlening daarom heen te organiseren.
Dus is er in het ziekenhuis een aparte ruimte ingericht waar vrouwen medisch kunnen worden onderzocht en waar ook het onderzoek van de politie plaatsvindt.
In zijn  presentatie ligt de nadruk vooral op het medisch en forensisch onderzoek.  Over de follow-up - wat gebeurt er na opname in het ziekenhuis (hij noemt de opname “temporary shelter”) en wat is het perspectief van de vrouwen die hij helpt - is hij minder expliciet.
Trafficking
Helaas mis ik de presentatie van Leisa James. Zij werkt bij de Australian Federal Police en is in Pakistan gestationeerd omdat  Pakistan een doorvoerland is voor allerlei vormen van human trafficking.  Ik spreek haar nog wel even, omdat zij interessant kan zijn voor de GNWS wereldconferentie en ze daar ook zelf in geïnteresseerd is.

De laatste dag zijn er twee plenaire sessies.  In de laatste, over netwerken zit ook mijn presentatie over het GNWS network, nadat er eerst 3 sprekers zijn geweest over het belang van netwerken voor vrouwen in het algemeen, en politievrouwen netwerken in het bijzonder.
De conferentie is perfect georganiseerd, behalve dat er geen afstemming heeft plaatsgevonden tussen de sprekers in dezelfde sessie. Dat is voor deze sessie jammer: veel herhalingen en de laatste dag (iedereen is moe). 
Ik heb gelukkig bedacht dat ik begin met een foto van Maxima (van twitter) en zo iets kan vertellen over de geschiedenis van de vrouwenopvang in Nederland.
En ik eindig met een oproep aan de aanwezige politiemensen om toch vooral in hun eigen land shelters te informeren over de derde wereldconferentie in 2015 in Den Haag.
Ik lunch met Nanna Stolze van de Nederlandse ambassade.  Ze vertelt dat de ambassade soms moeite heeft met het tijdelijk onderbrengen van vrouwen en/of kinderen die tegen hun wil of onder valse voorwendselen mee zijn genomen vanuit Nederland naar Pakistan.
Tijdens de lunch word ik aangesproken door een Pakistaanse politievrouw, die geen Engels spreekt maar iemand heeft meegenomen om te vertalen. Ze zegt dat ze me alle incidenten van geweld wil sturen die ze meemaakt. Ik vraag haar hoe ik haar daarmee zou kunnen helpen en dan vertelt ze dat ze in haar regio met de handen in het haar zit: de shelter daar is vaak overvol en voor sommige vrouwen te ver weg. Dan weet ze niet wat ze met een vrouw aan moet en als de shelter belt om bescherming- omdat er sprake is van bedreiging- is de reactie van haar politieafdeling meestal: gebrek aan mensen, we hebben er geen tijd voor.  Ze heeft er goed over nagedacht: haar broer is goed in Engels en kan de incidenten voor mij vertalen.


Tot mijn verrassing zit ik na de lunch in het forum over de slotverklaring van de conferentie (hetzelfde panel als voor de lunch).
Die slotverklaring krijg ik ter plekke onder mijn neus, zonder voorbereiding. Dankzij mijn gesprek met de politievrouw tijdens de lunch kan ik een zinnige bijdrage leveren: in de slotverklaring staat niet expliciet dat een  belangrijke taak van de politie is de bescherming van vrouwen&kinderen en van shelters.  Deze suggestie wordt door Khola Iram - die deze sessie voorzit - onmiddellijk overgenomen en het hoofd van de nationale politie zegt toe contact met me op te nemen om hierover nog eens verder te praten.

Voor we vertrekken krijgen we een USB stick met alle foto’s van de conferentie en het feest, en alle presentaties die van te voren zijn aangeleverd!
Dus kan ik mijn verhaal afsluiten met een foto-impressie van het feest.







 

zondag 19 oktober 2014

Verslag vanuit Pakistan, deel 4

Deel 4 van het verslag van Riekje Kok die in Pakistan deel neemt aan een congres van politievrouwen.

Dag 2: dinsdag 14 oktober
De dag beginnen we met een plenaire sessie.
Ook gisteren is het al vaak genoemd: de Nobelprijs van Malala Yousafzia wordt door de vrouwen hier ervaren als een steun in de rug voor hun strijd voor gender equality.
Vanavond is er op een plein in de stad een feest om dat te vieren. Helaas, we hebben ons eigen feest en ik denk niet dat de organisatie het uit veiligheidsoogpunt een goed idee vindt dat wij ons tussen de feestgangers begeven.

Vandaag staat ook in het teken van de betrokkenheid van mannen bij de strijd tegen Gender Based Violence. We hebben in de plenaire sessie 3 mannelijke sprekers.
Peter Heyward, The High Commissioner
[1] van Australië in Pakistan is de eerste spreker. Hij benadrukt hoe belangrijk het is dat er meer vrouwen bij de politie gaan werken. Het wereldwijde netwerk van politievrouwen  is daarvoor erg belangrijk.   In 2015 viert deze International  Association of Police Women (IAWP) haar honderdjarig bestaan ( www.iawp.org). Australië is een multiculturele samenleving is met o.a. een grote Pakistaanse gemeenschap, dus internationale uitwisseling ook tussen politievrouwen is erg belangrijk.
Hij benadrukt dat geweld tegen vrouwen een van de grootste barrières vormt voor vrouwen om onderwijs te volgen – zie het voorbeeld van Malala – en deel te nemen aan het arbeidsproces.
Opeenvolgende regeringen in Australië hebben veel aandacht voor het bestrijden van VAW, maar hij benadrukt ook: “plans and appointments are stips on the horizon”.  Ook van hem een pleidooi voor implementatie.  Hij vindt het erg belangrijk dat er geld komt voor het verzamelen van betrouwbare gegevens over geweld tegen vrouwen. Australië kent een federatief systeem waarbij veel verantwoordelijkheid ligt bij lagere overheden. Dat maakt het extra complex om gegevens te verzamelen en daarom is het belangrijk  om te investeren in een landelijke dataset en nationale data analyse.
Wereldwijd zijn er 9% vrouwelijke politieagenten, in Australië is dat 21%.
Onderzoek  laat zien dat meer vrouwen bij de politie zorgen  voor:
> minder corruptie
> het versterken van de banden met de lokale gemeenschappen
> minder drempels om de politie om hulp te vragen, in  het algemeen, maar in het bijzonder bij VAW.


De tweede spreker is Ihsan Ghani.   Hij is hoofd van de nationale politie. In Pakistan is de leiding van de politie in handen van provinciedistrictchefs. Het nationaal bureau stuurt dus niet aan, maar ondersteunt en voert projecten uit.  Hij schetst een vrij somber beeld over de politieorganisatie in Pakistan. Eigenlijk is het Gender Responsive Policing Project het enige succes tot nu toe.
Er zijn door het project trainingen over gender ontwikkeld, die nu onderdeel zijn van de politietraining (ik zit naast twee jonge politiemannen  die,  om hogerop te komen, deze conferentie moeten bijwonen ), er is een gender-audit ontwikkeld en wat belangrijk is: er zijn meer vrouwen bij de politie komen werken en dat is niet overal even simpel. Vrouwen mogen bijvoorbeeld van hun man niet bij de politie werken als er geen gescheiden toiletten zijn en geen aparte ruimte voor vrouwen. Dus moet de politie de gebouwen aanpassen om meer vrouwen binnen te krijgen en dat is lang niet overal prioriteit.
Over heel Pakistan is ongeveer 1% van de politiemensen vrouw.  Hieronder een staatje met de verdeling over de provincies in 2012, op het moment van de conferentie zijn er 21 vrouwen bijgekomen en is het totaal 4041.  Er is nu een quotum vastgesteld van 10% vrouwen voor alle overheidsdiensten dus ook voor de politie.
Net als de vorige spreker vindt hij de toename van vrouwen bij de politie ook noodzakelijk om VAW te bestrijden.  Hij noemt als voorbeeld de oprichting van de “Women Complain Units”, waar vrouwen in aparte ruimtes voor vrouwen bij politievrouwen hun aanklacht kunnen doen.
Het streven is om “One stop crisis centers” op te zetten, waar o.a. ook medische diensten aan vrouwen geleverd kunnen worden. Ook hij  noemt het belang van dataverzameling en informatieanalyse, die op landelijk niveau zouden moeten plaatsvinden.
Zowel vanuit Australië en Pakistan, een belangrijke boodschap voor ons in Nederland: decentralisatie maakt het extra noodzakelijk om landelijk te investeren in een goede dataverzameling zodat je het beleid ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en kinderen beter kunt monitoren en (bij)sturen.
De derde spreker is Sarmad Saeed Khan. Hij is gepensioneerd, maar was tot voor kort de hoogste politiefunctionaris in de provincie Punjab en stuurde daar een organisatie van 150.000 politiemensen aan. Hij is alom gerespecteerd: de jonge politieman naast me stoot me aan en zegt: “He is the best”.
“Gender policing is about democracy” is de uitspraak waar hij mee begint.
Hij noemt een aantal mijlpalen van de laatste jaren:
> voor het eerst zijn er in de grote steden gemengde trainingen voor politiemannen en vrouwen; dat was een aantal jaren geleden ondenkbaar.
> In sommige rural areas waar dat niet kan, zijn er speciale hostels voor vrouwen waar de trainingen gegeven worden
> In Punjab heeft trainer van trainers plaatsgevonden en zijn nu alle trainers gecertificeerd voor gendertrainingen.
> Er zijn nu drie vrouwelijke superintendents: vrouwelijke leidinggevenden op een hoog niveau
> In de anti-terrorist eenheid is er een grote deelname van politievrouwen
Zijn wensen zijn duidelijk: veel mee vrouwen bij de politie – hij wil voor 10%  voor “zijn”provincie Punjab  een quotum van 15%, bestrijden van VAW moet prioriteit krijgen en ook hij pleit voor one-stop-shops, waardoor artsen en hulp/dienstverleners naar de vrouwen komen en er meer en beter overleg en coördinatie mogelijk is.
In de middag sessie is deze spreker voorzitter van de sessie Men Engage, waarin ook de tweede spreker een actieve rol speelt. Michael Kaufmann uit Canada – een van de initiators van de White Ribbon Campaign kon niet komen, maar heeft zijn lezing opgenomen en gelardeerd met foto’s van mannen overal ter wereld die meedoen aan de White ribbon campaign en VAW bestrijden.
Ook de mannen van Pakistan zijn actief in de White Ribbon campagne: in de sessie vertelt Omar Aftab over de activiteiten die ze als Pakistaanse mannen ondernemen tegen VAW. Helaas kon ik zelf niet bij de sessie zijn omdat in een andere sessie moest presenteren, maar hieronder een mooi voorbeeld.




[1] Elk land van het Britse Gemenebest heeft zo’n High Commissioner, die in status te vergelijken is met een ambassadeur.  En alle landen hebben ook een vertegenwoordiger van de High Commissioner in de andere landen van het Britse Gemenebest.
Deze High Commissioners hebben in Engeland vaak een hogere status dan ambassadeurs.
Zo ontvangt de Britse vorstin bij officiële gelegenheden de High Commissioners eerst en daarna pas de ambassadeurs.  En ze stuurt een koets met 4 paarden wanneer er een nieuwe High Commissioner is benoemd, terwijl een nieuwe ambassadeur het moet doen met twee paarden.

vrijdag 17 oktober 2014

Verslag vanuit Pakistan, deel 3


Deel 3 van het verslag van Riekje Kok die deelneemt aan een congres voor politie vrouwen in Pakistan.

Maandagmiddag 13 oktober.
Ik kan kiezen uit 3 sessies:
A. “Criminal Justice system; Response to Genderbased Violence, 2 Pakistaanse  inleiders en een Amerikaan.
B. Communicating gender;  3 Pakistaanse inleiders en 1 uit Maleisië.
Ik kies: C. “Best practices in the world; Effective approches to combat GbV.
Er zijn 3 inleidingen: Zuid-Afrika, Jordanië en Australië.

In Zuid-Afrika werken ongeveer 157.000 politiemensen op een populatie van ongeveer 53 miljoen mensen (vergelijk: Nederland, < 17 miljoen, ongeveer 62.000 politiemensen; Punjab, provincie van Pakistan + 85 miljoen, ongeveer 150.000 politiemensen).

In Zuid-Afrika beschikken ze niet over goede data over VAW, zodat ze niet genoeg weten over aard en omvang, laat staan meer precies kunnen inzoomen. Dit is een klacht die ik vanuit bijna alle landen heb gehoord en is ook in Nederland nog steeds een issue. Op de een of andere manier lukt het niet om dezelfde data te verzamelen, zodat een vergelijking mogelijk is (punt voor Wereldconferentie/UN?). 
In Zuid-Afrika werken ze met de term “Violence against Women”, in plaats van GbV, omdat het daar in feite omgaat in hun gemeenschap. De politie werkt er met een environmental model, dat wil zeggen dat ze proberen in kaart te brengen hoe de vrouw die geweld meldt er fysiek en mentaal aan toe is, of ze een beroep kan doen op haar omgeving (familie-vrienden), of op hulp die ze al eerder heeft gehad enz. Preventief proberen ze ook zoveel mogelijk samen te werken met de gemeenschap waarin ze als politieagenten werken.

Dat ik ook het doel in Jordanië. Op lokaal niveau is de aanpak van geweld tegen vrouwen ingebed in het veiligheidsgebied voor regio’s. De zgn. Local Security Council komt regelmatig bij elkaar om alle zaken te bespreken die te maken hebben met de veiligheid in de buurt. Naast de politie wordt er aan deelgenomen door buurtorganisaties, organisaties voor gezondheidszorg, vertegenwoordigers van bewoners, de buurtoudsten, scholen en universiteiten, religieuze leiders en financiële instellingen zoals banken. Er is een directe lijn met verantwoordelijken met beslissingsbevoegdheden, zodat er actie kan worden ondernomen. Op deze manier heeft men al succes gehad met het terugdringen van het aantal verkeersongelukken en op deze manier wil men ook geweld tegen vrouwen aanpakken.  

De politie voelt zich hierin gesteund door het koningshuis. Koning Abdullah II heeft in diverse speeches de bestrijding van VAW geagendeerd en koningin Rania Al-Abdullah is nauw betrokken bij zaken die spelen rond gezinnen en in het bijzonder bij vrouwen en kinderen. In Jordanië is het bewustzijn dat er bij VAW sprake is van een in aard en omvang ernstig probleem de laatste jaren toegenomen. In 2007 is het eerste women shelter geopend. Er bestaat –net als in Pakistan- een Nationale Commissie voor vrouwen- die als taak heeft de nationale strategie voor empowerment van vrouwen te implementeren.

Ook in Australië ligt de nadruk van de politie op contact met de lokale gemeenschap.
Vergelijkbaar met Jordanië werken ze daar met zgn. Community Engagement Forums.
De politie heeft daardoor sterke banden met de lokale gemeenschap: het doel is om samen probleem op te lossen, informatie te delen en criminaliteit terug te dringen, waardoor ook de angst voor criminaliteit afneemt. Bijzonder daarin is dat men werkt met vrijwilligers uit de buurt die bepaalde taken hebben, bijvoorbeeld voorlichting op scholen, rollenspelers voor de politieopleiding enz. Uit deze groep vrijwilligers worden vaak (met voorrang) vrouwen geselecteerd voor de politieopleiding.

Een mooi voorbeeld van samenwerking met bedrijven is het programma Women on Wheels. Australië is een land waar vrouwen vaak zijn aangewezen op de auto en op wegen zonder bebouwing met weinig verkeer. Een bedrijf nam daarom het initiatief om in een cursus van 1 avond vrouwen basiskennis te beiden voor het verhelpen van pech onderweg (Motor Vehicle Awareness). Dit werd een doorslaand succes. De politie werkt nu samen met het bedrijf, in de cursus leren vrouwen nu ook hoe ze maatregelen kunnen nemen voor hun eigen veiligheid als ze alleen op een verlaten weg rijden. De cursus wordt nog steeds door het bedrijf aangeboden en heet nu: “Motor Vehicle Awareness and Personal Safety Program.
Huiselijk geweld is een van de prioriteiten van de politie in de lokale gemeenschap. Middelen die ze gebruiken zijn o.a. Family Safety Programs, Mobile phone programs en Home Security Audits. Bijzonder is ook het “Home Assist Programme” speciaal gericht op ouderen, mensen met een handicap en hun verzorgers. Zo geeft de politie voorlichting over home security audits en personal safety aan de bewoners en  een presentatie “Managing aggressive clients” voor hulp en dienstverleners.

 
 
Deze avond staat er een uitje op het programma.  We gaan winkelen in een net geopend modern winkelcentrum. Het lijkt wel absurdistisch theater:  bussen vol politievrouwen in burger die in de al donkere Pakistaanse avond begeleid door politieauto’s met zwaailicht en bestelwagentjes vol mannen met grote geweren, naar het winkel centrum worden gebracht en na een paar uurtjes shoppen op dezelfde manier weer worden afgeleverd bij het hotel.

 

 

 

dinsdag 14 oktober 2014

Verslag van Riekje Kok vanuit Pakistan, deel 2

Riekje Kok neemt namens GNWS deel aan congres voor politievrouwen in Pakistan over aanpak van genderbased violence.



Vandaag was de officiële opening van de conferentie.

Samen met Nanna Stolze van de Nederlandse ambassade heb ik naar de presentatie van delegatieleiders van politievrouwen van de aanwezige landen gekeken: met tromgeroffel en saluerend kwamen ze één voor één in uniform binnen.  Uit Pakistan was er een vertegenwoordiger van elke provincie. Er zijn politievrouwen uit o.a. Egypte, India, Iran, Gambia, Jemen, Jordanië, Kazakstan, Maldiven, Maleisië, Nigeria, Oman, Senegal, Syrië en Tadzjikistan.  Een prachtig gezicht, vooral ook omdat elk uniform weer anders is en alle politievrouwen in de zaal zichtbaar en hoorbaar trots zijn op deze mooie ceremonie.

Daarna volgt een recital uit de heilige koran, de verzen die worden gelezen zijn bij het thema gekozen.

Het officiële deel werd afgesloten met speeches van de vertegenwoordigers van de organisatoren/gastheren:  het ministerie van binnenlandse zaken van Pakistan, het hoofd van de Pakistaanse nationale politie en een vertegenwoordiger van GIZ (Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit) en de Duitse ambassade (Duits ministerie van Buitenlandse Zaken financiert dit project al meer dan 5 jaar).

Na een groepsfoto in de openlucht kon het inhoudelijk deel beginnen.

Khola Iram deed de opening en liet een kort en beeldend tekenfilmpje zien om het thema Gender based Violence (GbV)/VAW te introduceren. Ook hier af en toe de discussie: is GbV niet een te verhullende term en moet je het daarom niet Violence against women (VAW) noemen. In elk geval worden hier de gevolgen voor kinderen steeds nadrukkelijk genoemd (ook in het filmpje).  Ik hoop dat ik dat filmje mee krijg: het was simpel en doeltreffend.

Daarna was er een panel onder de noemer “Translating commitments into actions” ( een thema dat we ook voor de Derde Wereldconferentie van de Vrouwenopvang hebben gekozen). 
Sommige landen van de OIC (Organisation of Islamic Countries) hebben een voorbehoud gemaakt bij artikelen van CEDAW-Verdrag (UNverdrag tegen discriminatie van vrouwen).  Het verschil in voorbehouden maakt veel duidelijk over de onderlinge verschillen tussen Islamitische landen.

Zainab Qureshi, advocate, vertelde over een studie die ze gedaan had naar de wetgeving over GbV/VAW in 6 landen: Bangladesh, Pakistan, Maleisië, Turkije, Marokko en Indonesië.
Ze nam als voorbeeld Bangladesh. Veel wetgeving is nog gebaseerd op de “penal law”, Britse wetgeving van ik meen 1860. Daardoor is -ook in andere (ook Nederlandse) voormalige koloniën  - de wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen achtergebleven en niet specifiek.
De heer Naeem Mirza – in het programmaboekje staat bij hem geen organisatie vermeld - ging specifiek in op de situatie in Pakistan en vertelde dat op het gebied van wetgeving er de laatste jaren in Pakistan veel vooruitgang is geboekt door strafbaarstelling van huiselijk geweld, seksueel geweld, seksuele intimidatie op het werk, eergerelateerd geweld en gedwongen huwelijken. De grootste taak waar Pakistan nu voor staat is: “How we translate laws in reality”. Belangrijk is dat geweld tegen vrouwen gezien wordt als structureel en als strafbaar feit en dus wordt aangepakt door politie en justitie. Op een vraag vanuit de zaal – vanuit de Indonesische ambassade – antwoordde hij dat hij alleen geloofd in een holistische aanpak (changing mindset) door ook tegelijk aan de positie van vrouwen te werken. Naast opleiding en werk (er is nu een quotum bij de overheidsinstellingen van 10%)  noemde hij specifiek de positie van vrouwen binnen het huwelijk (het huwelijk is een contract tussen twee partijen) en  bij scheiding: in veel landen krijgen vrouwen dan de helft van de bezittingen en daar wil hij ook naar toe in Pakistan.

 

zondag 12 oktober 2014

Riekje Kok namens GNWS in Pakistan, deel 1

Verslag van Riekje Kok uit Pakistan waar zij namens het Global Network of Women's Shelter (GNWS) deelneemt aan een conferentie.


Gisteren (zaterdag 11 oktober) ’s ochtends vroeg in Islamabad aangekomen.
Na een tussenstop in Dubai - fabelachtig modern en groot vliegveld - kom je in Islamabad in een andere wereld. Dat begint al in het vliegtuig er naar toe, waar naast mij nog twee andere westerse vrouwen meevlogen en ook nauwelijks westerse mannen (zelfs niet in de business class). Dat verschil zie je hier ook aan de kleren, ik kom amper mannen tegen in een pak.
Na een eindeloze bagage band vol met pakjes in allerlei soorten en maten werd ik bij de uitgang overweldigd door een menigte mensen die allemaal tegelijk naar hun kennis of familielid riepen. Op weg naar het hotel kreeg ik iets mee van het straatbeeld: het is weliswaar (ook) een autoweg, maar voetgangers en brommers maken er veelvuldig gebruik. Ik heb een brommer gezien met daarop 4 volwassenen en een baby.
Veel voetgangers ook die van alles verkopen of diensten aanbieden (soms zichzelf leek het). Het geeft een indruk van armoede en hard sappelen.




In het hotel kom je dan weer in een andere wereld terecht die daarmee behoorlijk contrasteert. Een mix van marmer, kroonluchters en de meest luxueuze voorzieningen (bijvoorbeeld een openluchtzwembad op de derde verdieping) die je je maar kunt indenken. En overal behulpzaam personeel.
Maar wel bij elke ingang een verplichte scan en een aantal bewakers. Ook als je gewoon bent verdwaald in de tuin en weer naar binnen wilt.

Vandaag (zondag) druppelden er langzaam vrouwen binnen die deelnemen aan het congres.
Ik heb gegeten met Khola Iram en haar man. Khola is ook lid van het Global Network of Women’s Shelters en een belangrijke organisator van de conferentie die ik ga bezoeken: “Gender Responsive Policing: Promising Peaceful Societies”. Zij doet dat in opdracht van GIZ een grote Duitse organisatie voor internationale samenwerking, die vele van dit soort projecten ondersteunt. Khola werkt al ruim 9 jaar voor GIZ aan dit project. Doel is om meer vrouwen binnen de politie te krijgen o.a. omdat er dan betere hulp voor vrouwen komt die slachtoffer zijn van (huiselijk) geweld. Dat is ook de reden waarom het Global Network of Women’s Shelter is uitgenodigd. 

Ze geven in Pakistan veel voorlichting aan meisjes om hen zo over te halen tot een carrière binnen de politie. Daarom geven ze vanuit het project veel ondersteuning aan de huidige politievrouwen: het maakt meer indruk op de meisjes als zij er staan als rolmodel. Ik begreep dat er in Pakistan nu 1% vrouwelijke politieagenten zijn (in Nederland 30%) en dat de politie nu voor het eerst een quotum van 10% heeft gesteld.
Na het eten heb ik kort kennisgemaakt met een aantal andere deelneemster: 3 vrouwen uit Zuid-Afrika en eentje uit Nigeria. Met haar ga ik proberen gegevens uit te wisselen over vrouwenhandel: ze vertelde dat daar nu bij de politie een project voor is, maar de tijd was te kort om echt uit te wisselen.
Daarnaast heb ik kennisgemaakt met 4 vrouwen uit (de buurt van) Karachi. Eentje van hen werkt op het platteland en volgens de vrouwen is het daar aanmerkelijk ingewikkelder om te werken als politievrouw dan in de stad Karachi.  Morgen meer, hebben we afgesproken.

De conferentie begint morgen met een officiële opening waar ook een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade aanwezig is. Ik ben morgen gewoon deelnemer, dinsdagochtend en woensdagochtend geef ik zelf een presentatie: de eerste keer over ketensamenwerking en de tweede keer over het ontstaan van het Global Network of Women’s Shelters en wat het netwerk van politievrouwen binnen moslimlanden daar eventueel van kan leren.
En natuurlijk ga ik deze dagen ook benutten om 3e World Conference of Women’s Shelters te promoten.

maandag 9 juni 2014

UNFPA conferentie; Vrouwenopvang in de Arabische landen

Bijdrage van Liesbeth van Bemmel vanuit Amman, Jordanie.


Het is  lastig om een goed beeld te krijgen van de vrouwenopvang in de verschillende landen. Er wordt vooral aangegeven dat dit vanwege de cultuur lastig is om vrouwenopvang te organiseren. Daarbij is de conferentie gericht op de overheid en wordt vrouwenopvang meer geassocieerd met ngo’s. Met de presentatie over de aanpak in Turkije laat ik zien dat de vrouwenopvang ook vanuit de overheid georganiseerd kan worden met of zonder samenwerking met ngo’s.


Uit de presentaties die op de conferentie gegeven worden blijkt dat de meeste landen wel een vorm van vrouwenopvang hebben of dat men iets opstart. Heel beperkt allemaal en het heeft vooral een time out functie om even tot rust te komen. In de meeste gevallen is er geen andere mogelijkheid dan terug te keren naar de eigen man. In sommige presentaties wordt aangegeven dat er daarna wel hulp beschikbaar blijft en dat men het gezin in de gaten houdt en alert is op signalen van herhaling van geweld.

Naast het gender aspect in de cultuur en de religie speelt ook de cultuur om problemen met name in familie verband (of in clan verband) op te lossen en minder via formele hulpverlening. Verder is de wetgeving nog niet overal op orde voor een goede aanpak van geweld tegen vrouwen bijvoorbeeld de wet in Jordanië die bepaald dat slachtoffers van verkrachting de gevangenis in moeten. Ander voorbeeld is dat in Somalieland nog gewerkt wordt aan wetgeving om vrouwenbesnijdenis te verbieden.  In Irak is een nationaal actie plan ontwikkeld, inclusief oprichting van een vrouwenopvang, maar de uitvoering is on hold en het budget bevroren tot er een nieuwe regering is gevormd, en dat kan maanden duren.

En uiteraard vindt dit allemaal plaats in de context van grote instabiliteit, conflicten en grote stromen vluchtelingen in een groot deel van regio. Dat maakt het werk zeer complex. Ik heb veel waardering en respect voor de mensen die ondanks de barrières in deze regio met veel moed en doorzettingsvermogen werken aan de aanpak van gender geweld.

Vanuit het wereldwijde netwerk van de vrouwenopvang willen we stimuleren dat in elke regio een regionaal netwerk wordt opgezet. De eerste contacten hiervoor in deze regio zijn nu gelegd. Een volgende stap is om te zorgen dat er deelnemers vanuit deze regio naar de wereldconferentie vrouwenopvang kunnen komen volgend jaar in Den Haag.

 


UNFPA conferentie; Werkbezoek in Amman

Bijdrage van Liesbeth van Bemmel vanuit Amman, Jordanië

Tijdens de conferentie worden 2 werkbezoeken georganiseerd; we konden kiezen tussen een bezoek aan de overheidsinstantie Family protection department en het “Institute for Family Health” in Amman. Ik ben naar het instituut voor familie gezondheid gegaan, dit wordt ondersteund door de koning en koningin van Jordanië via de Noor Al Hussein Foundation.
Het instituut biedt een totaal pakket aan medische hulp waarbij ook aandacht is voor huiselijk geweld. Daarnaast is er nu veel aandacht voor slachtoffers van marteling omdat de doelgroep deels bestaat uit vluchtelingen uit Syrië.

 
We worden rondgeleid in het moderne gebouw en spreken kort met de verschillende, veelal vrouwelijke, medici van verschillende disciplines zoals fysiotherapeut, gynaecoloog, psychiater, kinderarts, logopedist en tandarts. Daarnaast fungeert het centrum als consultatie centrum en organiseert het culturele activiteiten in de wijken. Omdat alle disciplines in het gebouw aanwezig zijn kunnen vrouwen makkelijk onderling worden doorverwezen zonder dat de buitenwereld of haar man daar weet van heeft. Op deze manier kan discreet gehandeld worden in situaties van huiselijk geweld.

Er is veel aandacht voor het bieden van hulp aan slachtoffers van geweld, zowel in medisch fysieke zin als in psychologische zin. Binnen het instituut zijn mensen die hierin zijn gespecialiseerd en kan traumabehandeling worden geboden. Ze noemen ook dat kan worden doorverwezen naar een vrouwenopvang waar een vrouw tijdelijk kan verblijven. Er wordt echter weinig verteld over de samenwerking met de politie. Als ik er naar vraag wordt gezegd dat melding van geweld wordt gedaan bij de politie en ook dat rapporten van de medici gebruikt kunnen worden in eventuele strafzaken.


Tijdens het gesprek wordt genoemd dat het in gevallen van verkrachting lastig is om iets voor het slachtoffer te doen omdat volgens de huidige wet het slachtoffer naar de gevangenis moet. Ik vraag degene die voor mij vertaald tot hoe lang de vrouw in de gevangenis moet blijven; “tot de dader gevonden is” is haar antwoord.

Van mensen die op werkbezoek zijn geweest bij het departement voor bescherming van de familie, hoor ik dat medici de plicht hebben melding van geweld te maken als zij dat constateren. Bij ernstig geweld wordt tot vervolging overgegaan ook als het slachtoffer zelf geen aangifte wil doen. Als ik vraag wat men onder ernstig geweld verstaat blijkt dat daar een duidelijk criterium voor wordt gehanteerd: als een vrouw door het geweld langer dan 10 dagen in het ziekenhuis moet worden behandeld als gevolg van het geweld.




Algemene indruk is dat de mensen in het instituut doen wat zij kunnen om geweld te signalen en slachtoffers te helpen via slimme wegen binnen de huidige wetgeving en cultuur. Voor de buitenwereld is het instituut gericht op de gezondheid en familie planning, achter de schermen wordt gewerkt aan de aanpak van geweld binnen de families. Zo goed mogelijk binnen alle beperkingen.















 

zondag 8 juni 2014

UNFPA conferentie; Mijn presentaties

Bijdrage van Liesbeth van Bemmel vanuit Amman, Jordanie
De conferentie gaat over de ontwikkeling van multi-sectoraale aanpak van gender gerelateerd geweld in de deelnemende landen: Jordanië, Irak, Tunesië, Palestina, Algerije en Somalië.
De eerste dag zijn presentatie van mensen die voor UNFPA werken en presentatie vanuit andere landen over multi sectorale aanpak van GBV (Gender Based Violence) die als voorbeeld kunnen dienen voor de deelnemende landen.
Aan mij is gevraagd om een presentatie te geven over de aanpak in Turkije en over het model dat we hebben ontworpen om keten aanpak van huiselijk geweld te structureren.
Mijn eerste presentie gaat over Turkije. In de presentatie besteed ik aandacht aan de Istanbul Convention omdat dit voor Turkije belangrijk kader is en omdat het een goed voorbeeld is van een regionaal verdrag in de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. De informatie over het verdrag is ook in Arabisch beschikbaar en het verdrag staat open voor alle landen in de wereld om te ratificeren. Het publiek was naast wetgeving geïnteresseerd in praktische oplossingen zoals het huisverbod, de panic button (vergelijkbaar met AWARE systeem) en de elektronische enkelband.

Aan het eind van de dag was er tijd ingeruimd voor mijn presentatie over het model. Ik heb vooral aangegeven hoe het model inzicht kan geven in de ontwikkeling en dynamiek van geweld en hoe het gebruikt kan worden in een gecoördineerde aanpak waarbij per fase afgestemd kan worden welke interventies nodig zijn en wie daar verantwoordelijk voor is.


zaterdag 7 juni 2014

UNFPA conferentie: discussie over definities.

mBijdrage van Liesbeth van Bemmel vanuit Jordanië.

De UNFPA stelt voor om het probleem te definiëren als Gender Based Violence (GBV). De discussie gaat over of dit een betere definitie is dan Violence Against Women (VAW). Sommigen kiezen voor GBV omdat dit in deze regio acceptabeler is dan VAW. Andere hebben er moeite mee omdat dan de aandacht dan afgaat waar het probleem met name ligt: in geweld van mannen tegen vrouwen.
De presentator geeft een voorbeeld van GBV tegen een man; Een Palestijnse man wordt door Israëlische militairen gedwongen zich uit te kleden in aanwezigheid van zijn vrouw en kinderen.
De man werd daarmee aangetast in zijn mannelijkheid en in zijn rol van de beschermer van zijn gezin. Niet iedereen is het er mee eens dat dit een goed voorbeeld is van GBV.
De meeste mensen vinden dat het toch voornamelijk moet gaan over geweld tegen vrouwen gepleegd door mannen. Het besluit is dat de term GBV wordt gebruikt met de erkenning dat het dan met name gaat over VAW.
In de pauze gaat de discussie aan tafel door. We benoemen het belang voor aandacht van geweld tegen vrouwen gepleegd door mannen. De vrouw uit Egypte naast mij geeft daarbij aan dat er in de Arabische wereld ook veel geweld is van vrouwen tegen vrouwen, met name geweld van schoonmoeders tegen schoondochters is een groot probleem. We zijn het aan tafel wel over eens dat dit geweld is van vrouwen tegen vrouwen gepleegd in een patriarch systeem.